'natuurlijk textiel'

In de oude technieken heb ik handmatig garens ontwikkeld en gesponnen. Het belangrijkste uitgangspunt bij het maken van garens was dat uiteindelijk de structuur van de oorspronkelijke vacht zichtbaar en “behouden” blijft. Dit project is geselecteerd voor de Dutch Design Week 2019 in Eindhoven en werd tentoongesteld in de Sint Catharinakerk: www.ddw.nl/en/programme/1547/3d-designs-in-various-textile-techniques-by-marjan .

Er zijn meer dan 400 schapenrassen met allemaal hun unieke vacht, krullen, lange lokken. Indien er machinaal een draad van wordt gemaakt, gekaard en gesponnen, blijft van deze uiterlijke kenmerken van de structuur van de vacht niet veel meer over. Dit vond ik zonde en ik zag het als een uitdaging om het garen zo te maken dat de uiterlijke kenmerken van de vacht zichtbaar blijven. Het kan, maar het is een arbeidsintensief proces.

Dit prikkelde me dermate dat ik als textielvormgever en mijn vaardigheden van het ambacht van het maken van afwijkende garens wilde combineren met hedendaagse (machinale)productie methodes. Het doel is om drie dimensionale textiel te maken, waarbij de voorkeur uitgaat om de zijdes van het materiaal verschillend van uiterlijk en vorm, te laten zijn. Inmiddels heb ik diverse grootte stalen gemaakt met verschillende garens en patronen. Deze zijn de basis voor de wand- objecten met als doel het object in een ruimte hangt dat je een extra dimensie heeft in de ruimte of een toepassing in kleding.

Met de huidige breimachine kan een patroon alleen als herhaling worden toegepast, niet als paneel. Als paneel is dit op deze breimachine alleen mogelijk door de naalden handmatig te selecteren. Inmiddels heb ik contact gehad met het TextielLab TextielMuseum in Tilburg voor een uitbreiding en toepassing met de industriële breimachine. De industriële breimachine heeft een breder bed waardoor grotere maten vervaardigt kunnen worden en is te programmeren als paneel. Om te testen of de ideeën die ik had ben ik gestart met de combinatie machine breien en de hand gesponnen draad, vervolgens met de lokken draad. De lok kan in meer of mindere garen zichtbaar zijn in het garen. Indien de lok veel aanwezig is in het garen krijgt het breisel het uiterlijk van bont.

Hieruit zijn stalen met geometrische patronen ontstaan. Deze vormen de basis voor stoffen en/of objecten van textiel. Ze komen goed tot hun recht in de moderne architectuur en hebben buiten een versierende-, ook nog een functionele waarde, nl. een akoestische werking. Wat de kleuren betreft heb ik me in eerste instantie zo veel mogelijk gehouden aan de oorspronkelijke kleuren van de schapenrassen. De natuurlijke elementen zoals de zon hebben invloed op de kleur van de vacht, in feite is het een ‘coupe soleil’. Dit geeft prachtig kleuren pallet. Doordat de garens niet geverfd zijn en een sterk isolerend vermogen hebben zijn ze minder belastend voor mens en milieu. De ruwe vachten komen voornamelijk uit landschapsbegrazing. Ik ben in contact gekomen met De Wassum, Sjraar van Beek. 

Sjraar van Beek is als sinds 1988 eigenaar van Landschapsbeheer De Wassum een begrazingsbedrijf dat schaapskuddes inzet bij het beheer van natuurgebieden. Het werkgebied is Noord- en Midden-Limburg en het oosten van Brabant.  Op dit moment beschikt het bedrijf over ruim 3000  schapen en zijn meer dan tien herders actief onder meer op De Meinweg, de Beegder Heide, de Maasduinen en de Strabrechtse Heide. De schapen zijn Kempische Heideschapen die vroeger in grote getalen over de Brabantse en Limburgse Heides dwaalden. Op diverse plaatsen was er vroeger bloeiende handel in wolproducten als Roermond, Geldrop en Mierlo.

De wol had vroeger een goede naam en was fijn van structuur. Na de tweede wereldoorlog waren er vrijwel geen herders en heideschapen meer over. Een oude traditie van hoeden op de heide leek te verdwijnen. Het is de Stichting Het Kempisch Heideschaap uit Heeze geweest die de laatste kempische schapen heeft gered van de slacht en in 1968 weer is gaan fokken en begrazen met kempen. Vanuit deze moederkudde zijn daarna diverse nieuwe kuddes ontstaan onder andere bij De Wassum. Inmiddels zijn de kempen weer talrijk. Bij het stamboek zijn zeker 20.000 kempen geregistreerd. Overal wordt weer gegraasd op de heides. De nieuwe fokkers van het ras hebben echter weinig aandacht gegeven aan de wol. Dat leidde tot een matige wol kwaliteit. Een aantal jaar geleden werd besloten weer te gaan werken aan beterere wol door met rammen te gaan dekken met bewezen goede wol. Van de potentiële rammen werd de wol onderzocht op fijnheid en comfort. De nieuwe foklijnen hadden weer veel fijnere wol (onder 30 micron en soms zelfs onder 25 micron). Wol onder 30 micron wordt als comfortabel draagbaar ervaren. Deze verbeterde wol is weer geschikt voor spinnen en vilten. Talrijke afzetprojecten zijn nu opgestart: www.wassum.nl

Ook heb ik contact gezocht met Staatsbosbeheer Zuid Limburg vanaf 1986 erkend en benoemd tot erkend fokcentrum van het stamboek Mergellandschapen, met als doel, het instant houden van een zeldzaam huisdierras, het Mergellandschaap en het begrazen van bijzondere (zeldzame) natuurgebieden, waaronder Kalkgraslanden. Deze schapen grazen onder andere in het Savelsbos en Gerendal, een van mijn favoriete wandelgebieden in Zuid-Limburg. Inmiddels heb ik met de ruwe vachten van dit schaap hand gesponnen garen gemaakt, waarmee ik  nieuwe stalen wil maken en toe voegen aan de collectie die er al is. Zo ontstaat er textielstalen met ingrediënten uit de regio, lokaal geproduceerd.

Wil je meer informatie ontvangen over een product of heb je een andere vraag neem dan contact met me op: